Verslag
De Architectuurbiënnale van Venetië 2025 wierp een blik op een wereld waarin architectuur het product zou zijn van de samenkomst van verschillende vormen van intelligentie die elkaar aanvullen. Het thema was dan ook Intelligens. Natural. Artificial. Collective., waarbij de curator Carlo Ratti inspeelt op het Latijnse woord gens, het achtervoegsel van het hoofdthema, dat vertaald wordt als “mensen” of “gemeenschap”. Een oproep voor toekomstige intelligentie die verder reikt dan technologie en betrekking heeft op het menselijke, collectieven en gemeenschappen. Zo bood het curatorschap een ongeziene openheid: met meer dan 750 deelnemers uit uiteenlopende disciplines – van biologen en ecologen tot robotici, datawetenschappers, kunstenaars en architecten – profileerde deze editie zich als een transdisciplinaire verkenning van het bouwen van de toekomst. In die brede aanpak toont de Biënnale een opmerkelijke affiniteit met het Davos Baukultur Quality System, dat architecturale kwaliteit definieert als het resultaat van een geïntegreerde samenhang tussen maatschappelijke, ecologische, economische en culturele factoren.
Het thema Intelligens bood vooral een kader waarin de ecologische en technologische dimensies van architectuur centraal stonden, in dialectiek met de menselijke noden die vandaag de dag niet los te koppelen zijn van de klimaatskwesties. Een resem aan studies rond biogebaseerde materialen, levende constructies en adaptieve klimaatsystemen illustreerde hoe gebouwen steeds meer kunnen functioneren als onderdelen van grotere biologische systemen. Deze benadering sluit direct aan bij het Davos-criterium Environment, dat pleit voor klimaatbewuste, regeneratieve en circulaire bouwpraktijken. De Biënnale 2025 kan in dit opzicht worden gezien als een manifest voor ecologische intelligentie: van myceliumstructuren tot microklimatische installaties, de relatie tussen gebouwde en natuurlijke omgeving centraal stond centraal.
Het Belgische paviljoen, Building Biospheres, vormde een bijzonder relevant voorbeeld binnen de Davos-discussie en het enthousiasme van het Belgische team onderstreepte de geslaagdheid van de opzet. In de samenwerking tussen landschapsarchitect Bas Smets, plantenfysioloog Stefano Mancuso en klimaatwetenschapper Valérie Trouet werd onderzocht hoe plantenintelligentie kan bijdragen aan binnenklimaatregulatie voor gebouwen. Meer dan tweehonderd planten vormden zo het Belgische paviljoen om tot een functionerend prototype. De aanwezige leden van BVA genoten van de finissage van het experiment, geleid door Bas, Kathy Steppe (Ugent) en Dirk De Pauw (Plant AnalytiX), die het scepticisme van vele architecten bij de aanvang van het experiment weerstand bood. De planten groeiden over een periode van zes maanden enkele meters: een groei die wijst op de gezondheid van de planten in het paviljoen. Verder was over deze periode ook gebleken dat de bezoekers van het paviljoen een aangename atmosfeer ervaarden, zeker in de warme maanden. Zowel de planten als de regulering van het binnenklimaat in het paviljoen gedijden over de duur van de proefperiode. Natuurinclusief bouwen krijgt dankzij dit onderzoek, en meer specifiek de nieuw geteste technieken in verband met het monitoren van planten, een zeer concrete en effectieve vorm. Het team maakt het moeilijk nog weg te kijken van groenvoorziening en -implementatie in onze bouw, iets waar België nu hopelijk op inpikt.
Kijkend naar de Davos-criteria belichaamt de ontwikkeling in het Belgische paviljoen zowel Functionality als Environment: het toont hoe natuurlijke systemen de efficiëntie van gebouwen kunnen verhogen, en hoe comfortvoorzieningen kunnen worden benaderd vanuit een regeneratief, energiearm perspectief. Daarnaast getuigt het interdisciplinaire ontwerpteam van een governancecultuur die aansluit bij Davos’ pleidooi voor samenwerking en breed gedragen besluitvorming, iets wat we met onze Beroepsvereniging van Vlaamse Architecten enkel maar kunnen toejuichen.
De laagdrempelige formule waarmee BVA deze excursie organiseerde getuigt van de wil om zo veel mogelijk architecten van verschillende achtergronden samen te brengen. Alhoewel niet interdisciplinair engageert de vereniging zich wel voor het bevorderen van samenwerking onder architecten en het bundelen van krachten over sectoren heen. Zo vonden er talloze gesprekken plaats onder de leden over de impact van architectuur, persoonlijke ervaringen met projecten en werden zo diverse visies over samenwerkingen en een betere bouwcultuur gedeeld. BVA hoopt dan ook dat deze geslaagde formule voor het dekken van de kosten, samen met de fijne ervaringen van de deelnemers, enkel maar meer mensen zal aantrekken van alle leeftijden. Zoals de Biënnale ons heeft meegegeven: de “noodzakelijke” herziening van architectuur vertrekt vanuit de intelligente samenwerking tussen natuur, technologie en de mensen met hun gemeenschappen.
Verslaggever voor BVA
Wannes Derycke